Snijd de tempeh over de lengte doormidden. Snijd van beide delen plakken van 0,5-1cm en snijd deze plakken in reepjes van 0,5-1cm dik.
Vul een koekenpan of wok met een ruime laag olie en verhit deze op hoog vuur. Bak de tempeh in porties bruin en krokant in een 3 minuten. Haal uit de pan en laat uitlekken op keukenpapier.
Snijd ondertussen de sjalotten, knoflook en laos fijn. Verwijder ook de zaadjes van de rode peper en hak deze fijn.
Doe de sjalotten, knoflook, laos, trassi, sambal oelek en een snuf zout in een vijzel (of hakmolentje) en maal tot een gladde pasta.
Verwijder de overtollige olie uit de pan. Voeg een scheutje olie toe en verwarm op middelmatig vuur. Voeg de boemboe en salamblad toe aan de pan. Fruit dit aan voor 2-3 minuten totdat het lekker begint te ruiken.
Voeg de krokant gebakken tempeh toe en bak even kort mee. Zet het vuur laag.
Voeg de goela djawa en ketjap manis toe en schep goed door. De saus zal meteen beginnen te bubbelen.
Verwijder als laatste de salamblad en voeg de gehakte rode peper toe. Schep alles goed door elkaar en maak eventueel op smaak met wat zout en extra sambal oelek.